Met krakende knieën door Zwitserland

Met krakende knieën door Zwitserland

Na allerlei gewik en geweeg over meer exotische of spannende locaties om eens een rondje te fietsen, kiezen we dit jaar toch voor het vertrouwde Zwitserland. Overigens op één punt niet minder spannend. Na eerdere fietsreizen in 2004 en 2002 wordt dit de eerste keer dat we het hooggebergte in trekken met kinderen en bagagekar. De ervaring van Slovenië in 2019 was dat ik met kar de rest van de familie prima bij kon houden, maar inmiddels zijn Bram en Noor natuurlijk allebei 3 jaar ouder. Bovendien moet ik bekennen dat ik toch minder fit ben dan in 2019…
Daarom kozen we er voor om de echt overdreven zaken maar eens te schrappen. Met andere woorden: de BBQ en 10 kilo kolen bleven thuis. Daarnaast kreeg Noor de rol met slaapmatjes en wat meer vulling voor haar tassen. Al met al zouden we op deze manier redelijk bij elkaar kunnen blijven, ook op de langere klimmen. Daarnaast werd nogal wat aandacht besteed aan de route. De echte hoge passen rond Andermatt moesten we maar even aan ons voorbij laten gaan. Qua stijgingspercentage zijn deze nog te doen, maar omdat het om normale doorgaande wegen met relatief veel verkeer gaat, vonden we het toch een minder goed plan om (met name) de slingerende Bram hier naar boven te laten worstelen.

De route

Voor de route vertrouwden we net als in 2002 en 2004 bijna volledig op de kwaliteit van het Zwitserse fietsroutenetwerk. Het ruwe plan was simpel: we starten bij de Bielersee, rijden via de “Mittelland route 5” naar het meer van Genéve, waar we overstappen op de “Seen route 9”, met een kleine uitstap richting Lauterbrunnen. Daarna volgen we de “9” weer verder tot Luzern, waar we overstappen op de “Nord-Süd route 3”, die weer met de 5 kruist.

nationale routes fietsen zwitserland

Natuurlijk wordt in de praktijk alles anders. Vanuit Luzern reden we een stuk over regionale routes naar Burgdorf en vervolgens naar Bern, om vanuit Bern de “8” naar Biel te pakken. Uiteindelijk kweekten we op deze manier de volgende Strava-heatmap.

De aanpak

Wat we eigenlijk altijd doen: met de fietsen op de auto naar de startbestemming en daar de auto dumpen, bleek dit jaar wat lastiger. De campingeigenaar van de Lindenhof in Sutz-Lattrigen bleek zeer beperkte parkeerruimte te hebben en was ook tegen betaling niet bereid onze auto een paar weken op zijn terrein te hebben (ondanks een flinke lap campingterrein/oude boomgaard die niet in gebruik was). Verder bleek parkeren in het dorp allemaal betaald. Meedenken was er helaas ook niet bij. Gelukkig vond Siep via een fietsenzaak in de buurt een klein stukje land waar we voor 40 Sfr de auto wel mogen neerzetten. Zo blijkt maar weer: fietsers helpen fietsers.

Ook was het de eerste keer dat we niet met Leo (de Leon) maar met Tessie (yup, de Tesla) op vakantie gingen. Dit is prima bevallen. We reden bewust via Duitsland waar veel superchargers zijn en dat ging perfect. De reistijd was uiteindelijk vergelijkbaar. 9 uur van huis en om 19:00 stipt stonden we aan de poort van de camping. (Mocht ook geen minuut later, dan zou de poort dicht gaan. Stipte Zwitsers…)

De fietsen

Natuurlijk bestaat de harde kern van het hele verhaal uit onze trouwe Koga’s. Sinds Slovenië hangt achter mijn fiets een BOBcar. De Koga van Siep wordt door Noor bereden. Siep en Bram rijden op mijn Cube Reaction Pro en een nagelnieuwe Cube Reaction C:62 met Old Man Mountain dragers. Siep heeft een paar achtertassen en een dwarstas die meestal leeg is en voor boodschappen gebruikt wordt. Bram heeft twee voortasjes achterop.

Al met al plenty plek voor een bérg spullen. Wij worden nooit ultralight reizigers en vinden dat ook helemaal niet nodig.

De spullen

Allereerst natuurlijk onze (in onze ogen gigantische) Nomad Tellem 5. Deze tent heeft twee binnententen, één voor 3 en één voor 2 personen. De grote binnentent is echter zó ruim dat we in noodgevallen met de hele familie aan deze kant kunnen slapen zodat we nog crisisopvang hebben voor twee mensen aan de andere kant van de hal. 🙂 Bovendien had Noor haar eigen Coleman 1-persoons tentje nog bij zich. (Weegt toch maar anderhalve kilo, dus dat is het probleem niet.)

Verdere afwijkingen van de standaard zijn dat we nog altijd op een benzinebrander van MSR koken (wat tot steeds meer verbaasde blikken op de camping leidt…) en dat we met powerbankjes, zonnepaneel en SON dynamo wat elektra betreft zelfvoorzienend proberen te zijn. Met de MSR verbruikten we iets meer dan een liter benzine deze vakantie. Daar koken we elke dag 2 liter water voor koffie en thee mee en is op de helft van de dagen gekookt. Vaak pasta (gegaard in de hooikist) maar soep en gebakken eitjes zijn natuurlijk ook geen probleem. Ooit maakten we eau-bain-marie kaasfondue, maar daar hebben we ons met de Sea-to-summit pannetjes maar niet aan gewaagd dit keer.

De belangrijkste verandering in meegenomen spullen betrof dit maal de BBQ. De bekende BBQ met twee keer 5 kilo kolen heeft plaatsgemaakt voor een Firebox. Dat is ontzettend goed bevallen. Helaas mag je op dit moment in Zwitserland bijna nergens open vuur maken, maar in Burgdorf mocht het aan de rivier wel. Daar kwamen we erachter dat de Firebox heel efficiënt is. Met 5 eierkooltjes heb ik een paar uur kunnen BBQ’en. Meer dan voldoende voor de hele familie. De volgende keer durf ik naast vlees en broodjes ook wel weer groentepakketjes aan.

De ervaringen

Wij zijn van een uitstervend ras kampeerders. Zelfs in Zwitserland, waar de campingdichtheid enorm is, wordt het steeds lastiger om op de bonnefooi bij campings aan te komen voor een plekje. We hebben niet meer nodig dan een veldje van 5 bij 5, maar eigenlijk werd elke keer gevraagd of we wel gereserveerd hadden. Uiteindelijk zijn we dus steeds vaker ’s ochtends naar de camping van de avondbestemming gaan bellen om iets zekerder te zijn van een kampeerplek voor de avond.

Helaas kwamen we ook maar weinig andere “echte” fietskampeerders tegen. Waar we in 2002 en 2004 toch meerdere stellen, groepjes en families met normale fietsen en tentjes tegenkwamen op de routes en de campings, was dit nu toch duidelijk minder. Gewone fietsen worden verdrongen door de e-bike. In het straatbeeld in Zwitserland zie je bijna alleen nog maar e-bikes. Voor dagelijks gebruik (daar) snappen we dat best. Tegelijkertijd voelt het wat onzinnig dat mensen “sportief” bezig gaan en zich dan met een motor laten ondersteunen. Dan hebben we het niet over 70-plussers, maar gewoon over mensen van alle leeftijden. Hoe dan ook: ook e-bike fietskampeerders kwamen we maar mondjesmaat tegen. Daarnaast zagen we soms een bikepacker op een gravelbike. Waar ik voorheen onderweg vaak praatjes met andere reizigers maakte over gebruikte spullen, fietstechniek en routes, is dat nu niet gebeurd. Ook wel een verarming. Maar niet dat we niet genoten hebben!

Het fietsen pakte goed uit. Bram en Siep gaan niet voor afzien en doen dat met hun lichte fietsen slechts met mate. Noor kon zich met een fiets van dik 40 kilo lekker uitleven en voor mij was het op sommige stukken echt pittig. De snelheid zakt dan naar rond de vier kilometer per uur, wat overeen komt met de schokkende cadans van 45 omwentelingen per minuut. (Ik kan mijn knieën nu ook de verkeerde kant om buigen.) Eén keer moest ik bij een klimmetje met trappen er naast afstappen om met de hulp van Noor al duwend boven te komen. Vervolgens kwam Noor fietsend boven, terwijl mountainbikers (op fully’s!) lopend naar beneden gingen.

Natuurlijk zijn er berg-op én af verschillen, waarbij opviel dat Bram steeds gemakkelijker afdaalt, maar het was prima te doen. En toen Bram er een keer écht doorheen zat, sleurde Noor hem aan de bandjes van zijn Camelbak de berg op. 🙂 Daarnaast hadden we mooie ontmoetingen met vrienden waarmee we stukken samen konden rijden (met en zonder bepakking rond Lauterbrunnen) en zijn we toch wat toeristischer geworden. Zo hebben we toch wat extra tijd besteed in het dal van Lauterbrunnen, namen een gondel naar boven en wandelden wat, bekeken Luzern, Burgdorf, Bern en Biel. Kortom: ook wij veranderen. Eens zien waar het ons nog brengt.

WordPress Appliance - Powered by TurnKey Linux