Een fietstrip naar Zwitserland

Een fietstrip naar Zwitserland

In 2000 reden we voor het eerst een stuk van het Zwitserse fietsroutenetwerk. In combinatie met het eerste stuk van de fietsroute van Paul Benjaminse naar Rome reden we vanuit Amersfoort naar Basel en vervolgens via de Jura-Route naar Geneve. Nu gaan we terug om het tweede deel van de route naar Rome te combineren met de Rheinroute, een stukje van de Graubündenroute en de Nord-Sud route. Het plan is om vanuit Basel via de Splügenpas naar Italië te fietsen, daar even verder te zien en dan over de Gotthard terug te keren naar Basel.

18/7/02 * Vertrek uit Amersfoort. Onderweg leggen we nog aan in Rheindalen en in Barthenheim voor een bezoekje aan Dees en een overnachting bij Hans.
19/7/02 * Twee jaar terug waren we al eens tevergeefs op de fiets op zoek gegaan naar het Vitra Museum, dus die misser willen we nog even inhalen. Verder moeten we vandaag een afspraak zien te maken met de heer Tschabold, een oude vriend van de vader van Siem. Bij hem kunnen we de auto gedurende onze vakantie stallen.
Het Vitra Museum in Weil am Rhein is niet groot, maar zowel van binnen als buiten heel apart. Vitra is een internationaal meubelmakers- en architectencollectief. Op een camping in Reinach zetten we voor het eerst de nieuwe tent op. Deze Vaude tent is speciaal gemaakt voor fietsers. De binnentent beslaat de helft van de buitentent, waardoor een heel grote voortent ontstaat. Indien gewenst kunnen zelfs de fietsen binnen staan… We hebben lang gezocht naar een bruikbare tent en deze (b)lijkt het helemaal te zijn.
Na de reguliere campingspaghetti (je moet er toch een beetje in komen) maken we nog een klein ritje in de buurt. Altijd lekker om de fietsen eerst even te testen. We peddelen vanuit Reinach omhoog naar het Goetheanum, dat je vanuit het hele dal kunt zien liggen. Niet dat we het zo op antroposofen hebben, maar dit is toch wel heel apart. Een gigantisch betonnen congrescentrum.
20/7/02 * We volgen zowel de Rheinroute als de route van Paul Benjaminse. Dit is een ideaal gebied om er een beetje in te komen. Meestal redelijk vlak, met hier en daar een klein klimmetje. Leuke dorpjes en steeds weer uitzicht op de Rijn. We bekijken onderweg een Romeins kasteel. Inderdaad: de Rheinroute is “familien-geeignet”.
21/7/02 * De beschrijving van Paul Benjaminse heeft het inmiddels afgelegd tegen de duidelijke bordjes van het Zwitserse routenetwerk. Onderweg lunchen we op een bankje aan de Rijn. Niet te geloven dat dit dezelfde rivier is als die door ons land stroomt. Hier dobberen zwanen in de rustige stukken en raast het water met donderend geweld door de Rheinfallen bij Schafhausen. Schitterend om te zien, maar wel zware afzetterij dat je moet betalen om überhaupt de waterval te kunnen bekijken.
In het schattige Stein am Rhein eten we een ijsje en gaan uitzien naar een camping. Die vinden we uiteindelijk in Eschenz. We moeten er nog een aardige klim voor maken, maar hebben dan ook prachtig uitzicht op de Untersee
22/7/02 * Langs de Bodensee. Oude tijden herleven, want hier is het bedrijf Zeppelin uit de as herrezen. Over het meer zweeft de Zeppelin New Techology. Geen waterstof meer, maar heliumcellen. Duurder, maar wel wat veiliger
23/7/02 * We volgen de route van Paul Benjaminse weer. Langzaam maar zeker komen we in de buurt van de bergen. We rijden het derde land van deze dag binnen: Liechtenstein. Friso koopt hier een nieuw achterlampje voor zijn fiets bij een fietsenmaker die nota bene Nederlands blijkt te spreken. Hij is zeer te spreken over onze Koga’s. Als zovelen weet hij niet dat het een Nederlands merk is. We hebben hem even uit de droom geholpen.
We volgen de Rijn weer. Deze is hier deels gekanaliseerd. We rijden over een fietspad op de dijk. In de heuvels boven de hoofdstad Vaduz ontwaren we het huis van Prins Johannes Adam II Ferdinand Alois Josef Maria Marko d’Aviano Pius vond und zu Liechtenstein, kortom: het kasteel van Prins Hans, de vorst van Liechtenstein. Even later draaien we via een brug over de Rijn Zwitserland weer in. In Bad Ragaz vinden we een leuke bosrijke camping. We zien veel mensen hun BBQ opstoken en gaan als een speer het stadje in om zelf ook kolen, worstjes, ham en spek aan te schaffen om ritueel te verbranden.
24/7/02 * Vandaag fietsen we in alle rust naar Chur. Vooral Siem verwacht veel van dit stadje, maar het blijkt nogal tegen te vallen.
25/7/02 * Vandaag begint het feest. Vanuit Chur rijden we over de schitterende Polenweg naar het zuiden. Het grootste deel van de klim is onverhard. Eén stukje is zo steil dat onze banden geen grip krijgen en we lopend verder moeten. Ook de rest van de dag is prachtig. We komen nu echt in de bergen, en onder andere langs de Via Mala, waar de Hinterrhein een diepe Schlucht uitgesleten heeft. De weg blijft doorstijgen tot dat we in Splügen zijn.
Splügen ligt op circa 1500 meter en dat merken we. Het is harstikke koud! Daarom koken we niet op de grond, maar bij een overdekte picknickplaats. Na het eten kruipen we met veel kleren aan onze tent in om nog wat te lezen. We gaan vroeg slapen, want we willen ook vroeg opstaan om de pas over te fietsen.
26/7/02 * De Splügenpas is in noord-zuid richting eigenlijk de ideale pas als je voor het eerst de Alpen over wilt fietsen. Je kunt tot een heel eind onder de top komen doordat Splügen op grote hoogte ligt. Vanaf het dorp Splügen is het nog maar een dikke 650 meter naar de top. Kortom: een eitje volgens de boeken. Die 650 meter lopen met een gemiddelde stijging van 7,3 % omhoog. Dat is op zich nog vrij redelijk. Na een stuk met haarspelden om het dal bij Splügen uit te komen rijd je een tijd over een redelijk stijgende weg naar de tweede drempel die je over moet. Dit tweede stuk met haarspelden is het steilst. (In onze herinnering tenminste.) De weg is goed en er is heel weinig verkeer. Eigenlijk perfect dus.
Ach, waar Photoshop goed voor is… Leuke foto van ons “samen” op de top van de Splügen, of niet!? Overigens komt na ons een Nederlands stel in de auto aan rijden. Ze vragen de Italiaanse douanier om ook van hen een foto bij het hoogtebord te maken. Dit zou natuurlijk verboden moeten worden! Alsof het een prestatie is om met de auto naar boven te rijden…
De zuidkant van de pas is een stuk minder. De weg is slechter, er zijn donkere tunnels en er zitten steilere stukken in de weg. We kunnen een lange tunnel vermijden door een kleine omweg via Isola te maken. Dit doen we en we drinken in Isola een lekker kopje Italiaanse koffie. Dat we in Italië aangeland zijn, merkt Friso direct als hij naar de WC gaat. De WC doet ook nog dienst als openbare telefooncel. (OK, dat kan dan nog…) Ook het feit dat er geen deur, maar een douchegordijn hing, was nog te overleven. Het hurktoilet was echter zó smerig, dat Friso ter hoogte van de telefoon ging staan en vanaf daar in het gat mikte. Zo ongeveer…
Tijdens de verdere afdaling kregen we de vreemdste lekke band aller tijden. Tijdens een korte stop ontdekken we dat de achterband van Friso leeg is. Nadere inspectie leert dat er geen gaatje in de band zit… We houden het er maar op dat het ventiel zo heet geworden is dat het tijdelijk lucht door gelaten heeft. We leggen een andere binnenband om en gaan weer verder. In vliegende vaart naar Novate Mezzola.
Omdat we geen zin hebben om nog op pad te gaan, eten we een noodmaaltijd (Knorr Spaghettaria) met noodles, tomatenpuree en kruiden. Als we even later aan de waterkant gaan zitten, komen we tot de conclusie dat we ook een forelletje hadden kunnen verschalken. Verder doen we een schokkende ontdekking op de teller van Simone waarop ook de maximum snelheid van een dag bijgehouden wordt…
27/7/02 * We fietsen om het Lago di Mezzola heen en vervolgen onze weg via het Comomeer. Al snel beslissen we de route van Paul Benjaminse te verlaten en snel weer terug te keren naar Zwitserland. Het fietsen in Italië is een disaster… Van het Comomeer zien we niets, doordat er een onafzienbare rij campings, restaurants, meukwinkels en toeristenfuiken voor liggen. Bovendien moet je enorm uitkijken om niet door de oeverloze hoeveelheden Hollanders met caravans van de weg geduwd te worden. In Dongo doen we boodschappen en eten aan het meer een salade Caprese. We snappen best dat dit meer populair is bij Nederlanders: je kunt er prima windsurfen. Maar die drukte… Soms rijden we gewoon in de file, omdat er geen ruimte meer is gelaten voor fietsers aan de rechterkant van de weg.
In Menaggio eten we een stuk Pizza, dat al sinds Sorico onder de snelbinders zat. Daarna gaan we na wederom een tunnel omzeild te hebben (let op: vaak loopt de oude weg nog om de berg heen. Je kunt deze oude weg prima gebruiken om donkere Italiaanse tunnels te omzeilen.) draaien we rechtsaf richting het meer van Lugano. Op zondag bekijken we in alle rust Lugano, gaan uit eten en schrijven wat kaartjes.
29/7/02 * Vandaag rijden we naar Bellinzona. We moeten over de Monte Ceneri en verwachten dat dit een stevige klus is. Het valt echter heel erg mee vanaf onze kant. Als we over de top zijn, krijgen we als toetje een heerlijke afdaling van 7 kilometer. Het eerste deel van de rit rijden we over mooie paadjes; het tweede deel door het dal naar Bellinzona is saaier, maar gaat wel heel snel. Rond het middaguur rijden we de stad door, op weg naar de camping. Ruim op tijd om de prachtige gerestaureerde verdedigingswerken te bekijken. Deze zijn met steun van de EU en de Unesco helemaal gerestaureerd en zien er schitterend uit.
Als we terugfietsen naar de camping, pakken donkere wolken zich al samen. Simone redt het nog net, maar Friso is de sigaar als hij na het douchen terugrent naar de tent. Druipend nat komt hij binnenvallen. Een klein rood katertje is ook bang van het onweer en zoekt beschutting in onze buitentent. We koken onder het luifeltje omdat het blijft regenen. Hiervoor hadden we deze tent gekocht en het werkt prima! Het kleine katje vindt het wel gezellig allemaal en blijft de hele nacht, terwijl het zachtjes blijft regenen, tussen de tassen slapen. Droog en warm, prima in orde dus.
30/7/02 * Bellinzona – Chiggiogna. We rijden vandaag maar een klein stukje. We willen zo dicht mogelijk bij de Gotthard pas de nacht doorbrengen om de volgende dag vroeg over te kunnen steken. De Gotthard vanaf de zuidkant is geen misselijke. De totale klim is 44 kilometer, waarvan we een deel vandaag dus al doen, en de totale stijging is maar liefst 1760 meter. De hele dag zien we in de verte de pasweg al naar boven zigzaggen. Deze zullen wij morgen overigens niet nemen. Wij kiezen voor de oude pasweg, met de kinderkopjes. We hopen dat deze lekker rustig is.
31/7/02 * We staan vroeg op en pakken alles in. De pizzabakker bij de camping bakt ’s ochtends ook, dus we ontbijten met verse broodjes en melk. Om 8:15 fietsen we van de camping af. We stijgen lichtjes tot aan Airolo. Daar drinken we wat en kopen nog wat lekkers bij de bakker. We raken ook aan de praat met een andere fietser. Hij zegt dat we voort moeten maken: om twee uur regent het namelijk op de top van de Gotthard. Onderweg haalt hij ons in en als we bijna bij de top zijn, blijkt hij gelijk te krijgen. Het is 13:45 uur en de hemel breekt open. Nat en half bevroren komen we boven aan. Het feit dat onderweg naar boven (hoofdzakelijk) Nederlandse toeristen het noodzakelijk vinden te toeteren, te zwaaien of uit hun raam te gaan hangen om je toe te schreeuwen, helpt ook al niet echt. (Laat die gierigaards gewoon over de pasweg of door de tunnel gaan! De oude weg moet afgesloten worden voor alle andere verkeer dan fietsers en wandelaars.) Hoe dan ook: niet echt de glorieuze klim die we ons voorstellen, maar de braadworst met friet boven op de top smaakt er niet minder om!
Vanaf de top van de Gotthard denderen we binnen de korste keren naar Andermatt, waar we wat boodschappen doen, en dan weer door naar Fluëlen, aan het Vierwoudstedenmeer. We komen in de regen aan bij een surferscamping, die niet echt gastvrij overkomt en ongezellig is. De volgende ochtend gaan we dus snel weer verder: in Fluëlen gaan we per schip verder. Eerst met een oud stoomschip (de “Uri”) naar Kersiten – Bürgenstock, waar we overstappen op een ander schip dat ons naar Hergiswil brengt. Vanaf daar is het nog maar een paar kilometer naar Horw. Als het donker is barst overal rondom ons het vuurwerk los: 1 augustus is immers de nationale feestdag in Zwitserland.
De laatste dagen loopt de vakantie echt af. We twijfelen wat te doen. Nog een rondje maken? Het weerbericht voor Zwitserland ziet er niet goed uit. Daarom besluiten we de kortste weg richting Basel te nemen. We rijden via Luzern, bekijken de stad en drinken een heerlijke kop koffie aan het water. Op onze laatste dag regenen we ’s ochtends bijna weg. In de middag knapt het weer gelukkig nog op, maar de lol is er wel een beetje af. Gelukkig mogen we (tegen betaling, het blijft Zwitserland) nog even douchen op de camping waar we ook gestart zijn. Anders zou het ook zo smerig voelen op de terugreis.
3/8/02 * Hans had ons al verteld dat je beter over Frankrijk naar Nederland kunt reizen. Dat besluiten we dus ook te doen. Omdat we geen zin hebben om tol te betalen en omdat we nog moeten dineren, rijden we binnendoor door de Vogezen, todat we in Ferdrupt bij restaurant Du Châtelet een boel auto’s zien staan. Volgens de regels geldt in de hele wereld: als de locals er eten, moet het goed zijn. We parkeren de auto en bellen opa op, met de vraag of we vannacht daar mogen slapen. Toen Friso klein was, hoorde dat er echt bij. Na elke vakantie werd op de terugreis bij opa en oma aangelegd. Jelmer en hij bleven dan een week logeren. We verwachten om 3 uur in Hintham te kunnen zijn. Opa belooft de sleutel onder de bloempot neer te leggen. In het restaurantje is het gezellig en het eten is lekker. We eten vooraf quiche lorraine en daarna steak tartare. De kok komt nog vragen of we wel weten dat dat rauw vlees is. Dat weten we, maar we doen het toch! Zelfs met een rauw eitje. Het is heerlijk, met lekkere frieten erbij. Simone eet een toetje en Friso een kaasplankje. En we sluiten af met koffie. Om 10 uur rijden we weer weg. Friso rijdt het hele stuk en Simone probeert ook wakker te blijven. Elke twee uur pauzeren we even. Rondom Luik is het een spannend gebeuren, want de wegbewijzering is een chaos. Om drie uur rijden we het pad bij opa en oma op. Friso moet dan al een beetje poepen…
4/8/02 * Na het ontbijt, waarbij we gezellig bijkletsen met Opa en Oma, vertrekken we naar Geertruidenberg, om Juul, Jos en Dora weer eens te zien. Gelukkig krijgt Friso van Juul venkelthee te drinken. Hij is namelijk ENORM aan de schijterij…
Misschien was dat rauwe eitje en de rauwe tartaar toch niet zo’n heel goed plan. Maar we gaan nog niet naar huis…. we slapen weer in Hintham. Vooral natuurlijk omdat daar een turbostand op de wc ventilator zit. Maar het is ook leuk om eens een paar dagen in Brabant door te brengen en alle familie die we hier hebben wonen eens met een ontspannen bezoekje te kunnen vereren. En zo komt er een relaxt einde aan een korte, maar mooie fietsvakantie!

WordPress Appliance - Powered by TurnKey Linux