Aan de vergetelheid ontrukt…

Aan de vergetelheid ontrukt…

Inmiddels staat de fotocollectie van opa bij mij in huis. Ik heb de familie beloofd om de dia’s, foto’s en een paar negatieven zo goed mogelijk te bewaren en ontsluiten voor het nageslacht. Tijdens deze heidense klus ga ik vast regelmatig op verloren gegane juweeltjes stuiten. Daarom vanaf vandaag een nieuwe categorie op wittebol.net: Den Ouden Doosch. 

Opa had mijn diascanner ooit al eens anderhalf jaar in huis. Bij nader inzien is hij toen, als een plaat die bleef hangen, alleen maar bezig geweest om één en dezelfde foto keer op keer opnieuw te scannen en te proberen er nog iets van te maken. Jammer dat ‘hulp vragen’ bij opa iets was wat je pas bij de allerhoogste nood doet. Dan had ik hem kunnen helpen om bovenstaande plaat iets beter dan hij deed aan de vergetelheid te ontrukken.

Achter bovenstaande plaat zit een wallpaper verstopt. Mocht je benieuwd zijn naar een iets hogere resolutie die ook niet afgesneden is, dan heb ik er eentje beschikbaar in de maat 7898×3772 pixels, maar die is maar liefst 23mb groot… Het gaat hier om een 60x60mm negatief dat opa bijsneed tot 35mm hoogte. (Dat lef zou ik niet hebben!) Hij miste de vaardigheid met photoshop om vervolgens een aantal scans te combineren tot één breedbeeldplaat, dus zijn versie was ook aan de zijkant afgesneden. Verder was hij waarschijnlijk in de veronderstelling dat het om een zwart-wit negatief ging, want hij scande het op zwart-wit en voegde er een sepia effect aan toe:

In elk geval is dit zeker niet de oudste plaat in de collectie (want dat zijn schoolfoto’s van opa en oma!) maar wel ongeveer het oudste negatief. En zeker een van de dierbaarste, want dit is één van de zeer weinige foto’s waarop mijn overgrootouders te zien zijn: in 1954 zittend voor hun huisje aan de dijk in Wijk en Aalburg. Ze waren mijn opa zeer dierbaar. In zijn eigen woorden: “Mijn vader Jan Bertus moest de kost met zijn handen verdienen. Hij was, wat men noemde, mandenmaker. Maar daarmee is hij tekort gedaan. Hij maakte van alles als er maar teenhout of pitriet aan te pas kwam. Manden, korven, bushels, honden- en kattenmanden, leunstoelen, strandstoelen en ga maar door. Hij was geen prater, meer een luisteraar. Rustig, altijd bezig. Maar als de avond was gevallen dan stopte hij zijn stenen pijp overvol met tabak, stak die aan waarna er een vonkenregen ontstond omdat de tabak begon te zwellen. Na nog eens aangedrukt te hebben ging hij zitten met één been onder het andere gevouwen en las de krant. Dat is één van de houdingen waarin ik hem nu nog zie.

Mijn moeder Antje (foutje van haar vader want het had Anna moeten zijn) heb ik maar hoogstzelden met de armen over elkaar zien zitten. In de avonduren was het kousen breien, kousen stoppen, ondergoed verstellen enz. tot bedtijd toe. Was ook altijd behulpzaam en stond voor iedereen klaar. Ik kan ze niet anders omschrijven als een lieve moeder.”.

Kortom: niet meer dan terecht dat ik de serie met deze foto begin. Wie weet, wat er allemaal nog in het vat zit… Ben ik toch nog archeoloog geworden.

WordPress Appliance - Powered by TurnKey Linux